Reviews

Retrato de grupo con señora by Heinrich Böll

scodoc's review against another edition

Go to review page

challenging dark emotional funny hopeful informative inspiring reflective relaxing sad slow-paced
  • Plot- or character-driven? Plot
  • Strong character development? Yes
  • Loveable characters? Yes
  • Diverse cast of characters? Yes
  • Flaws of characters a main focus? Yes

4.25

andrew61's review against another edition

Go to review page

5.0

A couple of years ago I read the Lost Honour of Katharina Blum in which Boll through the experience of a German woman pulls apart the tabloid hunt for sensationalism with sharp wit and after reviewing it I received a recommendation to read this book which again uses the narrative device of a woman's life to reflect on the German experience both during world ward 2 and post war up to 1970 whilst again the author peppers his narrative with dark humour.
In this story we do not meet Leni Pfieffer directly as her tale is narrated by a nameless 'Author' who interviews anyone and everyone who has known Leni during the period , thus our understanding of this enigmatic woman is fractured and we never really have her perspective. Perhaps that in itself is reflective of the outsider's knowledge of Germany during these years, we all bring our assumptions and cod psychology to bear on a people traumatised by those events in that period and whose history is dominated by guilt of the horrors inflicted by a Germany ruled by extremists but who also suffered as individuals ( the book graphically re-enacts the experience of the Carpet bombing of Cologne in 1944).
Leni is 16 in 1938 , a beautiful blonde woman who has the world and men at her feet as she starts work in her father's business. We then meet her lost love, her short lived husband , and view her other wartime life as told by her friends , in laws, work mates, and other acquaintances as her experience of war is a mirror reflection of life itself in Germany at that time. These years culminate in her relationship with a Russian prisoner of war and a passionate love affair in a church crypt as the bombs fall which result in her pregnancy. The book also goes off on tangential threads as the author follows strings of plot , including the Russian prisoners removal to an American/French labour camp with Leni searching for him on her bike, and the author's search for the story of the nun who Leni befriends which leads the author to an amorous adventure in a Rome convent whilst an apparent miraculous blossoming of roses occurs. The book only hints at events in the front line during the war and the treatment of minorities by referencing some soldiers returning and taking on new identities but Leni is frequently expressed as unconcerned/blind to race and not anti Semitic. Whilst therefore perhaps a skirting of the elephant in the room this is a book about the civilian so that did not trouble me as I reflected on the life of an ordinary German.
The book moves on to Leni in the 1960's when she is living in a house which she has gifted to her best friend Lotte's son ( Lotte is a stand out character ) .The son , his brother, and father ( a brilliantly comic scene ensues when author interviews this triumvirate) want to evict Leni , her lodgers who refuse to pay rent, and her Turkish lover.
The book ends ambiguously with the reader still not really knowing who Leni is or what the news in the final few chapters presages for her and for Germany as we move into the 1970's with economic expansion but also the threat of terrorism and emergence of new political extremes but I was not disappointed as I spent a few days reflecting on this story . This is definitely a book to savour and probably one that I should reread . I'm sure Boll himself is well known to those more widely read than I but I would certainly say that the ywo books I have read are brilliant pieces of fiction which deserve a far wider audience.

bjornroose's review against another edition

Go to review page

5.0

Een tijdje geleden besprak ik hier al Biljarten om half tien van dezelfde schrijver. Ik kan me dus weer eens de voorstelling van de schrijver besparen, maar kan er meteen wél bij zeggen dat Groepsfoto met dame een totaal ander boek is. Ja, uiteraard, denkt u nu wellicht, anders zou het toch weinig nut hebben het ene te lezen als je het andere al gelezen hebt. Maar da’s dan ook niet wat ik bedoel en dus handel ik ineens ook uw tegenargument af: met “een totaal ander boek” bedoel ik dat het totaal anders geschreven is. Als je zou zeggen dat hier een andere schrijver aan het werk geweest is, zou ik het geloven. Nu “moet” ik nog een derde boek van Heinrich Böll lezen, Meningen van een clown, maar zelfs als hij daarin niet nóg eens zo’n kameleon-act opvoert, durf ik stellen dat Böll een groot schrijver is en die Nobelprijs voor Literatuur dik verdiend heeft.

Kenners van het oeuvre van Böll zullen bij het lezen van de titels Biljarten om half tien, Groepsfoto met dame, en Meningen van een clown, misschien denken aan een omnibus uitgegeven door De Boekerij (Amsterdam) in een onbekend jaar en ze hebben daarin gelijk: ik heb eigenlijk maar één boek van Böll in mijn bibliotheek zitten, zijnde die in een onbekend jaar uitgegeven omnibus. Maar de verschillende verhalen daarin verdienen – en daarover is mijn mening na het lezen van het tweede dus zeker niet veranderd – elk een boekbespreking, vandaar.

En de dame uit Groepsfoto met dame verdiende dus een boek. Daarin speelt ze uiteraard de hoofdrol, maar speelt ze nauwelijks een rol. Ze is passief aanwezig, onderwerp van gesprek. Ze presteert niet, wil dat ook niet, en zelfs als ze de kans krijgt actief aanwezig te zijn, omdat de auteur haar die kans biedt, grijpt ze die niet. “Wie is eigenlijk Leni Pfeiffer, geboren Gruyten, de dame op de groepsfoto?”, vraagt de schrijver van het omslag zich af. “Deze vraag wordt beantwoord, niet doordat de 48-jarige, gevoelige en goedwillende Leni zelf naar voren treedt, maar doordat er over haar wordt gepraat, opgerakeld en geroddeld. Zo’n vijftig getuigen worden aan het woord gelaten.” En via die getuigen “trekt Heinrich Böll van leer tegen alles wat hij verkeerd acht in de maatschappij en legt hij de crisis in het mens-zijn bloot.” Mocht dat laatste u afschrikken, mocht u vrezen hier met een belerende, vingerwijzende, vingers in gapende wonden draaiende auteur te maken te krijgen, vrees dan niet langer: dat is niet het geval. Böll is eerlijk gezegd mild: mild voor pennelikkers, mild voor huisjesmelkers, mild voor partijcreaturen, mild voor rokkenjagers, mild voor mannenverslindsters, mild voor aanpakkers, mild voor mensen die zich drukken, mild voor ketters, mild voor nonnen, en mild voor zichzelf.

Voor zichzelf? Inderdaad, of toch minstens voor z’n alter ego, want Böll treedt als “schrijver” (schr.) veelvuldig op in z’n eigen verhaal. Hij “verhoort” de getuigen, hij reist van hot naar her, hij komt er af en toe – letterlijk – niet zonder kleerscheuren van af, hij is de samensteller van wat een klinisch verslag zou kúnnen zijn, maar dat niet geworden is. Hij is de agerende figuur, zelfs al bestaat dat ageren alleen maar in het luisteren naar en uithoren van anderen en brengt hij ook een, min of meer, afstandelijk verslag van zijn ander handelen als hij daartoe overgaat. Ik neem aan dat dat dat Böll niet alleen “post-war” maar ook “postmodern” maakt, maar dat zal me eerlijk gezegd worst wezen. De stijl werkt minstens voor Groepsfoto met dame; ik kan me er niet over uitspreken of hij voor nóg een boek misschien ook zou werken, eventueel op de zenuwen.

Over dat laatste gesproken: sla, mocht u ze in uw versie vinden, de inleiding van C.J.E. Dinaux, Een en ander over Leni en H.B. over, want die werkt wel degelijk op de zenuwen. Dinaux schreef kennelijk zelf gedichten en proza, “maar daarvan werd vrijwel niets gepubliceerd”. Terecht ook als het breedvoerige geleuter uit deze inleiding enige overeenkomst vertoont met de rest van zijn werk. Een zin als deze moge ter illustratie volstaan: “En hij is het des te meer en in het grootste van zijn schrijverschap doordat hij zijn thema krachtens de vormgeving ervan menselijk veralgemeende en zodoende een roman schreef die ten aanzien van plaats en tijd, van milieu en gebeurtenis, nu wel gesitueerd is in een tijdvak dat in zijn historische signatuur specifiek lijkt voor Duitsland tijdens enkele decenniën voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, maar – hoe paradoxaal dat ook schijnt – juist dóór het penetrante detail, door de intensiteit van de verbijzonderde gegevens, de menselijke situatie van deze tijd, deze crisis in het mens-zijn blootlegt, zó blootlegt dat men de zenuwen ziet trillen.” Als ik zoiets lees, dan gaan mijn zenuwen dus trillen en moet ik me verzetten tegen de neiging het boek dat ná die inleiding komt niét meer te lezen. Al goed dat ik een sterk karakter heb dus.

Zoals Leni Gruyten, het onderwerp van dat boek, maar dan zonder belangrijk genoeg te zijn om er een boek aan te wijden. Alhoewel, Böll (of z’n alter ego “schr.”) had z’n onderzoek naar Leni kunnen afronden na één paragraaf: “De vrouw die draagster is van de handeling in het eerste gedeelte is achtenveertig jaar, een Duitse; ze is 1,71 m lang, weegt 68,8 kg (in negligé) en ligt dus maar ca. 300-400 gram onder het ideale gewicht; ze heeft ogen die wisselen van donkerblauw naar zwart, ietwat grijsgeworden, heel dik, blond, loshangend haar; glad als een helm omgeeft het haar hoofd. De vrouw heet Leni Pfeiffer, ze is een meisje Gruyten van zichzelf; tweeëndertig jaar lang is ze, uiteraard met enige onderbrekingen, onderhevig geweest aan dat merkwaardig proces dat het arbeidsproces wordt genoemd: vijf jaar lang als ongeschoolde hulpkracht op het kantoor van haar vader, zevenentwintig jaar als ongeschoold arbeidster op een kwekerij. Doordat ze een aanzienlijk vermogen in onroerend goed, een voor onderverhuur geschikt, solide huis in het nieuwe stadsgedeelte dat vandaag de dag gemakkelijk vierhonderdduizend mark zou opbrengen, onder inflatoire omstandigheden lichtvaardig van de hand heeft gedaan, beschikt ze over nauwelijks voldoende middelen van bestaan sedert ze zonder enige reden en zonder daarvoor ziek of oud genoeg te zijn haar werk heeft opgegeven. Aangezien ze in 1941 eens drie dagen lang getrouwd is geweest met een beroeps-onderofficier van de Duitse weermacht, geniet ze een oorlogsweduwenrente; aanvulling hiervan door een sociale uitkering laat nog op zich wachten. We kunnen gerust zeggen dat het Leni momenteel – niet alleen in financieel opzicht – tamelijk beroerd gaat, vooral sedert haar geliefde zoon in de gevangenis zit.”

Dat Böll het niét bij die paragraaf gelaten heeft, maar vervolgens 350 bladzijden lang elk detail, elk stukje achtergrond, elk beetje gebrek aan kennis heeft ingevuld, is natuurlijk de hele essentie. Dat Böll dat, zoals gezegd, klinisch lijkt te doen, moge onder andere blijken uit zinnen als de volgende: “(…) volgens betrouwbare getuigenissen (getuige: Marja van Doorn) zit ze urenlang in haar huis te huilen, haar bindweefselzakjes en haar traanklierbuizen zijn volop in werking”. Op die tranen gaat schrijver later overigens nog door. Een aantal paragrafen over een hele rij emoties, vervolgens afgekort tot één letter en ook zo verder gebruikt in het boek, worden daar voorafgegaan door: “Aangezien schr. niet in staat is en zichzelf ongeschikt acht om te mediteren over tranen, kan men zich over het ontstaan van tranen, het chemisch en fysisch tot stand komen, het beste informeren in een naslagwerk dat men bij de hand heeft (...)”

Dat het verhaal Duits is en dat Böll geen moeilijkheden schuwt moge dan weer blijken uit, bijvoorbeeld, dit: “De buitenwereld zou Leni het liefst helemaal terzijde willen schuiven en zich van haar ontdoen; er wordt haar zelfs achternageroepen: ‘duvel op’, of ‘weg met jou’, en het is bewezen dat men er af en toe naar verlangt haar te vergassen, het verlangen daarnaar staat vast, of de mogelijkheid daartoe zou bestaan is schr. onbekend; hij kan er alleen nog maar aan toevoegen dat de wens heftig wordt geuit.” Of: “De stadswijk is ten gevolge van niet nader te onderzoeken toevalligheden van bommen verschoond gebleven, in ieder geval tamelijk verschoond; er werd maar 35 % verwoest, het lot was de buurt dus gunstig.” Of: “A.’s haar was objectief gezien – om zo te zeggen in kappersogen – verdomd mooi: dik, donker, met een natuurlijke golf. Dat het golfde gaf aanleiding tot talrijke speculaties, omdat het Pfeifferhaar – zoals bij Leni! – glad en strak was etc. etc. We kunnen als objectief vaststaand aannemen dat er vanaf de eerste dag van zijn geboorte te veel drukte werd gemaakt om deze Alois. Zoals precies overeenkwam met de Pfeifferse praktijken werd uit de nood snel een deugd gemaakt en ging hij door voor ‘onze zigeuner’, zulks alleen tot het jaar 1933, van toen af heette hij ‘klassiek westers-mediterraan’; schr. hecht waarde aan de constatering dat A. in geen geval een Keltisch type was, deze verkeerde duiding ligt voor de hand aangezien donker haar en lichte ogen bij de Kelten dikwijls voorkomen; A. miste gewoon – zoals nog zal blijken – de Keltische sensibiliteit en fantasie; wil men hem bepaald rassenkundig indelen dan verdient hij alleen de kwalificatie: mislukte Germaan.” Of, ten slotte: “Wat is dat voor een man, vraagt de steeds ongeduldiger wordende lezer zich beslist af, wat is dat voor een man die om zo te zeggen kuis leeft, aan oorlogsvoorbereidingen en aan de uitgebroken oorlog verdient, wiens omzet (volgens Hoyser) van ongeveer een miljoen per jaar in 1935 is gestegen tot een miljoen per maand in 1943 en die in 1939, als zijn omzet in ieder geval een miljoen per kwartaal moet hebben bedragen, alles in het werk stelt om te proberen zijn zoon te onttrekken aan die geschiedenis waaraan hij zelf rijk wordt?”

Dat het wel degelijk om een groepsportret gaat en niet alléén om de dame, moge ten slotte blijken uit het feit dat schrijver z’n getuigen à charge en à décharge bijna even goed beschrijft als de dame. Dat elk van die mensen op een of andere manier getuige is … getuigt immers van het feit dat hun leven beïnvloed is door de dame of haar leven door hen of beide door dat van de ander. Zo’n beetje zoals wijzelf ook beïnvloed worden door wat we lezen. En zoals wat we lezen beïnvloed wordt door onszelf. Zelfs onbewust, zo lijkt het af en toe, want eigenaardig genoeg bestaan er verbanden tussen boeken waar je die bij aankoop nooit zou vermoed hebben. Ik moest bijvoorbeeld héél sterk denken aan Amélie Nothombs De hongerheldin toen ik volgende passage las: “Leni was beslist in staat tot leren, ze had zelfs honger of dorst naar leren, en alle betrokkenen deden hun best haar honger resp. dorst te stillen. De geboden spijzen en dranken echter kwamen niet overeen met haar intelligentie, niet met haar aanleg, niet met haar opnamevermogen. In de meeste, we kunnen bijna zeggen in alle gevallen, ontbrak aan de aangeboden leerstof die zinnelijke dimensie zonder welke Leni niet in staat was iets te begrijpen. Schrijven bijv. gaf haar nooit de minste moeilijkheden, hoewel bij dit in hoge mate abstracte proces het tegendeel verwacht had kunnen worden, maar schrijven was voor Leni verbonden met optische, met tast- en zelfs met reukwaarnemingen (men denke aan de geuren van verschillende inkten, potloden, papiersoorten), en zo bracht ze het zelfs tot geslaagde gecompliceerde schrijfoefeningen en tot grammaticale finesse (…)”. Of aan Hondehart van Michail Boelgakov (en Dokter Zjivago van Boris Pasternak) bij volgende passage: “Intussen, terwijl Pelzer zijn rozen-zorgen had, liep Leni gevaar slachtoffer te worden van huisvestingsmaatregelen: de autoriteiten achtten de bezetting van een zevenkamerwoning-met-keuken-en-bad door in totaal zeven personen (meneer Hoyser sr., mevrouw Hoyser sr., Lotte met Kurt en Werner, Leni, Marja van Doorn) te gering.”

Nu, ik ben geen onmens (als u het boek ooit gelezen heeft of in de toekomst gelezen zult hebben – voor de duidelijkheid, ik heb me niét op de vooravond van Der Untergang gedistantieerd van wat dan ook - zal u weten waarnaar ik met die uitspraak verwijs), dus ga ik deze bespreking ook niet veel langer dan dit laten duren. Ik zou u nog kunnen wijzen op zéér sarcastische tussenkomsten van schrijver (“hier [is] een korte geografische schets op zijn plaats; het enkele malen genoemde Duitse Rijk was half maart ‘45 nog ongeveer 800-900 kilometer breed en niet erg veel langer”, bijvoorbeeld); op werkelijk gevoelige scènes zoals diegene die zich afspeelt in die bunker tijdens het bombardement van 2 maart 1945 tussen twee vrouwen en twee, waarschijnlijke, deserteurs; over de Persil-papiertjes (een gegeven waarbij ik moest terugdenken aan de ouderwetse, allicht gereconstrueerde Persil-reclamezuil die ik een aantal jaren terug in Duitsland zag); over ‘68ers (die klaarblijkelijk niet hetzelfde zijn als mei-’68ers) en de communistische propaganda van net na de Tweede Wereldoorlog; over joodse nonnen en hun kap over de haag gooiende nonnen; over happy endings (“massaal”, zoals schrijver schrijft) en minder happy endings; over psg. (prestatiestijging) en pwg. (prestatieweigering); en over nog zoveel dingen meer die ik verder had aangeduid in het boek.

Maar eigenlijk zou dat maar één doel dienen: u ertoe aanzetten dat boek te lezen. Dat moet u dan ook gewoon doen. Groepsfoto met dame is – en laat dat gezegd zijn van iemand die nog zóveel te lezen heeft dat ie het nooit meer allemaal zal gedaan krijgen – een must read. Punt.

ali_baba_reads's review against another edition

Go to review page

challenging reflective slow-paced
  • Plot- or character-driven? Character
  • Strong character development? It's complicated
  • Loveable characters? It's complicated
  • Diverse cast of characters? Yes
  • Flaws of characters a main focus? Yes

3.0

pdxpiney's review against another edition

Go to review page

adventurous challenging dark funny slow-paced
  • Plot- or character-driven? Plot
  • Strong character development? Yes
  • Loveable characters? Yes
  • Diverse cast of characters? Yes
  • Flaws of characters a main focus? Yes

3.5

Social satire of Germany around the Second World War. Dense, slow, droll, detailed, with a huge cast of colorful characters: Dickensian? So many unreliable/human narrators! 

davenash's review against another edition

Go to review page

5.0

The 1971 magnum opus by Heinrich Boll, which pieces together German life around WWII, never resonated in the United States, despite the popularity of other WWII novels translated from German such as The Tin Drum.

My full review is here: https://medium.com/@Dave.Nash.33/five-reasons-you-should-read-group-portrait-with-lady-e4b00402077a#.u77ihnuy2

The 1973 New York Times book review is telling;
Although 11 of his books have been published here to good reviews, the award of the 1972 Nobel Prize for Literature to Heinrich Böll for his “contribution to the renewal of German literature” has made little impression in America.
Judging by the dearth of online reviews, that little impression has not changed since the begrudging NYT review in 1973.

Here’s 5 reasons why, America, you are missing out!

1) Crowning Achievement for a Nobel Prize winner: this prize canonizes modern literature. Boll’s life work — rebuilding the German language from the ashes of WWII led to this award, he would be worthy even without out this crowning achievement and further, it is extremely rare for the committee to single out one work. Very few novels have the distinction of being singled for the Nobel Prize — don’t you want to find out why?

2) What your teacher didn’t tell you: while a fictional work, actual historical events drive this novel. Boll personally experienced the terror, shootings, hangings, lootings, and arrests that gripped the Rhineland in the few weeks before the Allies, the Americans, took control. This is a part of the war is not taught in America — high school or college. Germans were frequently shot by other Germans for hanging up a white flag. After surviving six years of war, to perish in the final days with the end in sight is truly tragic. Even after the allies took control, any able body man under the age of 50 couldn’t move outside in public without proper documentation. That authoritarian-like restriction on freedom was placed on Germans by all the allies, not just the Soviets. Boll and other German soldiers, conscripts, were sent to POW camps for up to 5 years, it’s estimated the three to ten thousand died in these POW camps alone — so much for Gitmo.

While trying to remain factual, the novel is heartbreaking in dealing with aftermath of WWII. When Leni’s love is taken to one of those POW camps:

She took off right away, on an old bicycle. She got across all the zone borders all the national frontiers, into the French Zone, into the Saar Territory, from there to Lorraine, going from camp to camp and asking each of the commandants after Alfred Bullhorst, pleading for him, courageously and stubbornly, I tell you, but she didn’t know that in Europe there were probably fifteen to twenty million German POW’s. She was on the road with her bike till November, coming home at intervals to replenish her supplies — and the she’d be off again….Well she found her Boris, her Yendritsky, her Koltovsky, her Bullhorst — pick any name you’d like. She found him, she found him in a cemetery.

Boll brings a new level of humanity to this forgotten chapter in history, a chapter in history that very much involves the US.

Personally, I’ve closely associated with the Rhineland with Germany, most likely because of Wagner’s Ring Cycle. Wagner, perhaps because of this, was co-opted by the Third Reich as a cultural hero. Yet, not all Rhinelander’s saw themselves in the Third Riech:

You see correctly, views of the left bank of the Rhine only. I used to be a separatist, and still am and not only theoretically; on the fifteenth of November, 1923 I was wounded near the Agidienberg not for the honorable side, but the dishonorable one which to me is still the honorable one. No one can talk me out of my belief that this part of Germany doesn’t belong to Prussia and never has, nor in any kind of so-called Reich founded by Prussia.

The history taught in schools homogenizes all Germans, except Jews. It depicts a nation comprised of goose-stepping Aryans, marching in mass towards us, which makes fire-bombing Dresdin and long-standing POW camps palpable, thus enabling us to maintain our irreproachable moral status in at least this theatre of the war.

Meet the new demagogue:
3) We see ourselves in history: history doesn’t repeat, but it rhymes and its riffs keep rocking us today. In one Trumpian example, towards the end of the novel, the Au. visits Hoyser Sr — Leni’s father’s former bookkeeper who has profited nicely off the 25 years of reconstruction. Leni through a series of financially reckless decisions sold her family’s apartment building in Cologne to Hoyser. Now she can’t pay the rent because her son is in jail and Hoyser wants to evict her. Hoyser at this point is old, capricious, and senile — he rips a button off the Au.’s jacket attempting to emphasize a point before his grandson make excueses for him. I could see Trump doing this.

Later, his grandsons ape the most far right capitalist rhetoric about the financial necessity of not forbearing on Leni’s rent and why for financial reasons they must evict her:
Our action is something I am not ashamed to call a corrective measure, and affectionate guidance, that unfortunately has to make use of somewhat brutal means of execution.
The more grandsons talk, the crazier they sound, their patrician veneer vanishes under their acrimonious oratory — not too different from WWII ideologues or the Trump family. As they talk, the room fills thick with smoke, asphyxiating the Au. who can’t get a word in— they’d like open the window but:

[The Au.] would even have been prepared to admit the unimportance of the annoyance of the jacket in view of the weighty problems these people had who were not even allowed fling open the windows in their own building;
This interview portrays the achievement oriented society led by the Christian Democrats in 1970's Germany and is reminiscent of our Republican Party in the eighties and nineties. Combining a small thread of Christianity to Capitalist thought, Republicans painted America as a meritocracy and used this line of thinking in opposition to the welfare state best symbolized through the welfare queen caricature.

4) Unique Narrative form: the story is told by the Au. as a series of interview reports which piece together the protagonist. The narrator, Boll himself, takes pains from the start to write in a investigative police-like matter:

The female protagonist in the first section is a woman of forty-eight, German; she is five foot six inches tall weighs 133 pounds….The woman’s name is Leni Pfeifer, nee Grutyen,…as a result of having causally given away during the inflation, a considerable fortune in real estate, a substantial apartment house in the new point of town that today would easily fetch four thousand marks, she is now pretty much without resources.

This style against the backdrop of World War II does not get tiresome. Almost instinctively after the war the Au. summarizes quickly and switches to a series of other primary source styles to finish out the novel with a psychologist’s report, letter from a nurse, and a police report. He also references an encyclopedia of sorts at one point, so it truly gives that investigative report feel. Only a highly skilled writer can pull this off over the length of events. Through the end, Boll adroitly maintains this narrative device:

The Au. by now totally engrossed in his role of research (and always in danger of being taken for an informer while his sole purpose at all times is to present a taciturn and reticent, unrepentant person such as Leni Grutyen Pfeifer — a woman as static as she is statuesque — in the right light), had some difficulty in gaining or searching out from those involved a reasonably factual picture of her situation at the end of the war.

5) Literary Conversation: many artists and historians have published works on WWII and its aftermath. Gunter Grass, a German language author, German POW, and later Nobel winner, naturally compares to Boll. As the 1973 New York Times review drew this comparison:

for most Americans, and for many writers and critics in Europe, the more aggressive and innovative Günter Grass is certainly as well‐known and often more admired.

I’m not most Americans. Grass’ Tin Drum (1960), features a unique narration style and chronicles life in the free city of Danzing/Gdansk before and during WWII and then in Germany post war. Grass, who self-identified as a Kashubian (not German), is unable to maintain the narrative and drama in the third section, which explores post-war Germany. Tellingly, the movie version ends with the second section, sitting through the third section damages the first two. Grass does not achieve resolution or justifies the novel’s length with the third section. Moreover, The Tin Drum is less about the war and more about Oskar’s antics — a freakish, unreliable narrator who makes Holden Caulfield and Chief Bromden look normal. I also read Grass’ 2002 Crabwalk, which lacks the magical realism and inventiveness of The Tin Drum. The resolution there was simply to assassinate the past and create an internet hero for a new age of bigots.

While there is no magical realism and no psychedelic adventures, Boll stays closer to reality - the real horror of WWII is more than enough fodder for novelist as skilled as Boll. As he shifts paces and styles before, during, and after the war, he’s able to keep drama and bring resolution.

On a related note, Boll’s The Clown compares favorably with The Catcher in the Rye, if WWII is too immense or too miserable, The Clown may be a lighter read for you.

Just Starting to Paint
Some critics panned this monumental work because it has a happy ending: Leni loses her best friend, her teenage love, her mentor, her brother, mother, and father during the novel and at the end she can’t pay the rent, her son is in jail, and she just found out that she’s pregnant — given the privations of World War II evidently that constitutes a happy ending.

Boll’s genius is not simply bringing humanity to an inhumane place, it is in bringing resolution, a resolution that has eluded other authors. A resolution of sorts to the greatest catastrophe of the 20th century. He brings humanity through a seemingly sterile and cold investigative reporting form, but the life stories of these enduring characters jumps out and grabs the reader during the barrage of successive interviews. Our struggle to find order in chaos and meaning in destruction has driven creative works from Homer’s Iliad to Springsteen’s Rising. Boll’s Group Portrait with Lady does an admirable job in that struggle.

While it didn’t jump off US book store shelves in the seventies and doesn’t rank high on today’s electronic search algorithms, Boll’s work is rich in literary invention, historical reflection, social commentary, and above all humanity. A single review can’t do it justice, but you can start to do it justice by reading Group Portrait with Lady today.

mssilvy's review against another edition

Go to review page

dark emotional sad slow-paced

3.5

edulaia's review against another edition

Go to review page

emotional funny reflective medium-paced
  • Plot- or character-driven? Plot
  • Strong character development? No
  • Loveable characters? Yes
  • Diverse cast of characters? It's complicated
  • Flaws of characters a main focus? Yes

3.75

augustwordsworth's review against another edition

Go to review page

4.0

I have had this book on my shelf for a bit over a year now, and it has been making eyes at me for quite a long time. I can honestly say this is a very interesting read starting with the way it was written to the way its characters were built, shaped and the way they evolved.

Leni is the main focus of this novel and everyone who knew her loves her. The men lust after her and the women admire her. She is honest, good and doesn't care about social standards, and since this is a ww2 novel set in Germany, that was a life and death matter for the civilians.
This novel is also valuable for its social critique of the German society, it sheds a light on the hypocrisy and humanity, the cowardice and vice, and just how war shapes people in ways unimaginable. The style is formal, almost scientific, the author is a character in himself, the narration is highly unreliable due to its sources, everyone can easily be biased, and even the author takes sides and cannot help but become an important part of the work.
Full of humor at times and very sad quite a lot of those times it can be an enjoyable read if you have a lot of time on your hands.

philosophie's review against another edition

Go to review page

4.0

Μέσα από μια ντοκιμαντεριστική γραφή, που παρωδεί αμυδρά τον εαυτό της, με νατουραλιστική πρόζα, με κέντρο βάρους τον άνθρωπο, ο Böll χρησιμοποιεί κι εδώ το τέχνασμα της αναδίπλωσης μιας ιστορίας μέσα από μαρτυρίες. Οι ήρωες είναι, όπως σε όλα τα έργα του Böll, συνηθισμένοι άνθρωποι, χωρίς ιδιαιτερότητες μέσα στο σύνολο της κοινωνίας, με απλοϊκές ανάγκες και ζωές, που όμως μπλέκονται στο κουβάρι της ιστορίας, της δεκαετίας του '40.
Τόπος η Γερμανία. Πρωταγωνίστρια η Λένι, τη ζωή της οποίας βλέπουμε με αναδρομές, μέσα από συνεντεύξεις ανθρώπων του στενού της κύκλου. Ο συγγραφέας (στο κείμενο σημειωμένος ως συγγ.) αποτελεί δρων πρόσωπο της ιστορίας, όχι μόνο σχολιάζει τα λεγόμενα και ερμηνεύει ψυχογραφικά τους ήρωες, αλλά καταγράφει τον ίδιο τον εαυτό του, εντάσσει τον εαυτό του στην ιστορία.
Εξαιρετικό δείγμα μοντερνισμού, αντάξιο των έργων των ιερών τεράτων Τζόυς και Φώκνερ.