A review by florismeertens
Wormmaan by Mariken Heitman

Wat is controle? Wie controleert en waarom? Kunnen we uit de toegestane vormen losbreken, en wat kost dat?

De hoofdpersoon uit Wormmaan wil verwilderen, wil de echte natuur, niet netjes gesnoeide tuinen, monocultuurmaïs, of nationale parken vol dode bomen met frisse bordjes met uitleg ernaast. Zo ook moet de mens zijn: weg uit de domesticatie van sociale normen, ook op het gebied van gender.

De link tussen gender en landbouw is goed gevonden, en al was ik niet meteen overtuigd over hoe ze werden verweven, aan het eind van het boek was ik van mening veranderd. De domesticatie van mensen (een term die James C. Scott graag gebruikt in Against the Grain en waar ik zelf gek op ben) die verinnerlijkt is, is uitermate effectief, zo blijkt uit Elkes geruzie met "de vrouw die ik nooit werd".

Als we natuurlijkheid tot deugd bestempelen, iets wat ik intuïtief logisch vind, roept het bij mij wel altijd de vraag op die Werner ook stelt: Waarom is de mens niet natuurlijk? Waarom plaatsen we onszelf buiten de evolutionaire processen? Zijn de sociale constructen (als ook het verzet ertegen) niet organisch ontstaan? Of is de mens uitzonderlijk omdat we anders dan de andere organismen bewust controle willen hebben, voor God willen spelen? En waar ligt de grens van hoeveel controledrang acceptabel is?

In die zin is het fascinerend dat het hedendaagse verhaal van Elke wordt afgewisseld met de speculatieve wereld van Ra, bij de vroegste ontwikkelingen in de landbouw 9.000 jaar geleden in de Levant. Daarbij zijn de parallellen duidelijk: daar gaat het ook over cultiveren, zowel over gewassen als over mensen. De obsessie van onze tijd vindt daar haar oorsprong (of nog eerder, geeft ze aan het eind van het boek toe).

Toch waren de passages over Ra niet mijn favoriet; het taalgebruik paste niet zo goed bij het narratief wat mij betreft, en het herhaaldelijk doorbreken van de vierde muur haalde me uit het verhaal. Maar misschien ligt het nog iets dieper: die prehistorische wereld, waarover we alleen vage aannames over kunnen doen, blijft spannender als het mysterie blijft. Het uitschrijven van een mythologie, een samenlevingsvorm, een ritueel, en daarin een verhaal vertellen, dat haalt wat weg bij die onkenbare en daarom zo aanlokkelijke wereld.

Het christendom is ondanks enkele verwijzingen geen belangrijke aanwezigheid in dit boek, maar toch vond ik de kijk op natuur wezenlijk beïnvloed door het idee van de Erfzonde, dat de mens verbannen is uit het "natuurlijke" bestaan. Daoïsten geloven wel dat de mens natuurlijk is, ze dienen enkel de weg te gaan van de spontaniteit. Onnatuurlijkheden zoals bureaucratie en sociale normen zijn dan dwaalsporen die niets kunnen uitrichten tegen de Weg.

Maar Elkes paradoxale droom om de erwt te verwilderen is het willen forceren van een natuurlijk proces. Het is een rotsvast geloof dat de mens het voor het zeggen heeft. De natuur kan het blijkbaar niet zelf bepalen, we dringen haar nog steeds onze wil op, ook al is dat een droom van "authentieke" natuur. Als vrijwilliger bij een biologische tuinder herken ik de spanning tussen de hang naar controle en het accepteren van de overmacht van de natuur. En ik heb geen antwoord op de vraag waar het machinehart begint.

Oh ja en dit boek heeft gewoon heel veel mooie taal, niet alle passages trokken me mee maar ik heb al lang niet meer zoveel paginanummers genoteerd op het verfrommelde papiertje dat trouw dienst doet als boekenlegger.