A review by ingejanse
Weg met Eddy Bellegueule by Édouard Louis

5.0

Als dit boek ging over, zeg, een heteroseksuele jongen die stiekem atheïst is in een christelijk dorp, dan had ik gezegd: stop met jezelf zo potsierlijk aanstellen, klootmongool, stop met die pathetische bijzinnen en pseudo-observaties en maak er gewoon wat van, chop chop.

Maar dit is anders. Zeer anders. Althans, dat vermoed ik, want als zo'n heteroseksuele jongen die later atheïst/agnost werd is de beschreven wereld van Eddy Bellegueule mij totaal onbekend.

Nouja, dat ook weer niet, want ik was die jongen die homo's op de middelbare school maar raar en vreemd vond, die daar grappen over moest maken, die zijn eigen onzekerheid daarmee kwijt wilde schelden, die zijn eigen masculiniteit (if any) daarmee wilde vergroten, die zijn plek in de pikorde zo wilde verhogen (want het leven is één grote zero sum game, nietwaar? wat een denkfout. afijn). Ik was de reden dat anderen zich minder goed voelden, simpelweg omdat ik niet wist hoe ik moest uiten dat ik me minder goed voelde.

(en voor de goede lezer: ja, ik ben in essentie het duo dat Eddy eerst vrolijk structureel kleineerde en later bejubelde)

En misschien ook wel daarom dat ik Weg met Eddy Bellegueule zo'n goed boek vind. Ik denk niet dat ik ooit eerder zo emotioneel en zo fysiek ervoer wat het is om op te groeien als homo in een omgeving die daar absoluut niet van gediend is - en soms ook juist weer wel, zo leert de even bizarre als aangrijpende scene waarin Eddy eindelijk, ein-de-lijk werk kan maken van zijn homo-zijn, om er vervolgens achter te komen dat dit de problemen nog oneindig meer vergroot.

Maar ook de schetsen van zijn familie en het dorp zijn werkelijk waar prachtig. De vader, dat enorme brok ambivalentie, die even woedende als liefhebbende man, totaal niet in staat om daar uiting aan te geven, en daarom grossierend in woede. Dat huis, dat vervloekte huis, dat ten onder gaat aan armoede, tijd, verval en stof. De moeder, zichzelf overschreeuwend. Dat dorp, zoals elk dorp een verschrikkelijke plek, tenzij je 100% overeenkomt met al zijn mores en codes. En die school. Amai, amai.

Nogmaals: er is ook veel aan te merken op dit boek. De ontwikkeling van het verhaal is vaag, met gekke tussenstukken waarin we zijn familie beter leren kennen, maar die alles enorm vertragen. De afronding is tamelijk abrupt ('tadaa, opgelost, hoera!', zoiets). Het gebruik van enorme cursieve blokken om te citeren is hinderlijk. De barokke zinnen zijn jeugdig-pretentieus, en ik vermoed dat Edouard Louis er in een ander leven met enige zelfspot op zal terugkijken ('ach, wat was ik nog jong, wat wilde ik veel, en wat had ik daar veel woorden voor nodig').

Maar dat is gebroddel in de marge van een boek dat elke puber - en dan vooral de hetero's - zou moeten lezen om een stuk eerder dan ik te begrijpen dat opgroeien als homo in een heteroseksuele wereld bijzonder vaak onplezierig/traumatiserend/pijnlijk/helemaal ruk is, en dat dat een stuk leefbaarder te maken valt door er simpelweg begrip en acceptatie voor te hebben.